medico

Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /'mɛdiko/
Woordafbreking
  • me·di·co
enkelvoud meervoud
medico medici

Zelfstandig naamwoord

medico m

  1. (beroep) arts


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
medicar

medico

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van medicar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.