meeslepend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meeslepend    (hulp, bestand)
  • IPA: /meˈslepənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mee·sle·pend

Werkwoord

vervoeging van: meeslepen
verbogen vorm: meeslepende

meeslepend

  1. onvoltooid deelwoord van meeslepen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen meeslependmeeslependermeeslependst
verbogen meeslependemeeslependeremeeslependste
partitief meeslependsmeeslependers-

Bijvoeglijk naamwoord

meeslepend

  1. van iets dat het de aandacht trekt; van iets dat men er zich bij betrokken voelt
    • O wat wankelde Nederland in de laatste minuten. Steeds kwamen ze weer, die handige Japanners. In de tengere lijven nog steeds zoveel energie. Precies hetgeen Nederland zo miste in het slot van meeslepende achtste finale. [1] 
    • Op meeslepende muziek van de dj’s werd het begin van de zomer door ruim 1500 bezoekers uitbundig gevierd. [2] 
    • In de meeslepende apotheose, waarin het elke game ongelooflijk spannend was, sloeg Nadal op de rand van de invallende duisternis toe met 9-7. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meeslepend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.