meibok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meibok    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛibɔk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mei·bok

Zelfstandig naamwoord

meibok m/o

  1. verouderde spelling of vorm van meibock vanaf 1996 tot 2006
     Dubbel, triple, herfst- en meibok, abdij, trappist, maar vooral ook het gewone pilsje (door menig kroegbaas modern doch foutief aangeduid als 'biertje'), het gaat er allemaal in als koek zonder brokken.[1]
Opmerkingen
  • Het verband tussen "bockbier" en bok "mannetjesgeit" berust op volksetymologie.

Gangbaarheid

  • Het woord 'meibok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    A.C.M. Geffen
    Wijn (17 november 1998) in: Oprispingen & de lat: gebundelde columns (2008), Lulu.com, ISBN 9789081376617, p. 81
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.