melancholisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  melancholisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • me·lan·cho·lisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen melancholischmelancholischer
verbogen melancholischemelancholischere
partitief melancholischmelancholischers-

Bijvoeglijk naamwoord

melancholisch

  1. een sombere kijk op de zaken hebbend
    • Met dit trieste weer worden mensen steeds melancholischer. 
     Maar hij was niet uitgenodigd om melancholisch te worden over het feit dat hij zich liet corrumperen met ossenhaas en Franse wijn, goede wijn overigens, een uitstekende versterking van het nieuwe grote rijk.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord melancholisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. melancholisch op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.