melancholie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  melancholie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmelɑŋxoˈli/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • me·lan·cho·lie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zwartgalligheid’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord melancholie -
verkleinwoord melancholietje melancholietjes

Zelfstandig naamwoord

demelancholiev

  1. (psychologie) gemoedstoestand die zich kenmerkt door een pessimistische kijk op het leven of bestaat uit een onvervuld verlangen
     Maar je kon in Venetië niet van anachronismen spreken. De moderne tijd was een anachronisme in deze stad die op geen enkele manier was toegerust voor productiviteit, haast of nut. Hier was de tijd blijven zweven in melancholie en heimwee naar de droom van een schaduw van een rinkelend verleden.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord melancholie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.