meldde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meldde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- meldĀ·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afmelden |
meldde af
- enkelvoud verleden tijd van afmelden
- Ik meldde af.
- Jij meldde af.
- Hij, zij, het meldde af.
- Ik meldde af.
Gangbaarheid
- Het woord meldde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.