meldde af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meldde af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meldĀ·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afmelden

meldde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afmelden
    • Ik meldde af. 
    • Jij meldde af. 
    • Hij, zij, het meldde af. 

Gangbaarheid

  • Het woord meldde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.