afmelden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afmelden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfmɛldə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·mel·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afmelden
meldde af
afgemeld
zwak -d volledig

Werkwoord

afmelden

  1. wederkerend (informatica) de sessie binnen een programma beëindigen
    • Toen hij klaar was met het programma moest hij zich afmelden. 
  2. wederkerend niet langer deelnemen aan
    • Hij meldde zich af van die vergadering omdat hij een andere afspraak had. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afmelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.