meuken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meuken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmøkə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • meu·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meuken
meukte
gemeukt
zwak -t volledig

Werkwoord

meuken

  1. overgankelijk zacht of murw maken
  2. ergatief zacht of murw worden
Synoniemen
  • moken, muiken (uitspraakvarianten)
Afgeleide begrippen
  • meuking
  • meukbaar
  • uitmeuken

Zelfstandig naamwoord

demeukenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meuk

Gangbaarheid

  • Het woord meuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
12 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.