meuk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meuk    (hulp, bestand)
  • IPA: /møk/
Woordafbreking
  • meuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meuk meuken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demeukv/m [2] [3]

  1. (informeel) oude troep of rotzooi
    • Ik heb een zolder vol meuk. 

Werkwoord

vervoeging van
meuken

meuk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meuken
    • Ik meuk. 
  2. gebiedende wijs van meuken
    • Meuk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meuken
    • Meuk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord meuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.