mevrouwtje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mevrouwtje    (hulp, bestand)
  • IPA: /məˈvrɑucə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • me·vrouw·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetmevrouwtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord mevrouw
  2. (historisch) aanspreekvorm voor vrouwen tot het eind van de 20e eeuw gebruikt door mannen als uitdrukking van hun vriendelijke bedoelingen en verondersteld overwicht
     Dan ben je toch echt aan het verkeerde adres, mevrouwtje. Ik ben geen visboer. Vlees, mevrouwtje. Vlees is mijn handel.[2]
Synoniemen
  • [2] madammeke (als vergelijkbare aanspreekvorm in België)

Gangbaarheid

  • Het woord mevrouwtje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Van Woord tot Woord : Vrouw en wijf in: Onze Taal., jrg. 52 nr. 9 (september 1983), Genootschap Onze Taal, De Lier, p. 107
  2. Weblink bron
    Jules Welling
    Varkensvlees : Eenakter in: Yang., jrg. 10 nr. 59/60 (februari 1975), Hedwig Verlinde, Moorsele, p. 12
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.