ministerieel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ministerieel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mi·nis·te·ri·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ministerieelministeriëlerministerieelst
verbogen ministeriëleministeriëlereministerieelste
partitief ministerieelsministeriëlers-

Bijvoeglijk naamwoord

ministerieel [1]

  1. met betrekking tot een minister
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ministerieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.