Italiaans

Nederlands

ISO 639-3
ita
bestand
Uitspraak
  • Geluid:  Italiaans    (hulp, bestand)
  • IPA: /italiˈjaːns/
Woordafbreking
  • Ita·li·aans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Italiaans- -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

hetItaliaanso

  1. geen meervoud (taal) Romaanse taal die wordt gesproken in Italië, San Marino, Vaticaanstad, Slovenië en Zwitserland
    • Een vriend van ons spreekt zeer goed Italiaans. 
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ItaliaansItaliaanserItaliaanst
verbogen ItaliaanseItaliaansereItaliaanste
partitief ItaliaansItaliaansers-

Bijvoeglijk naamwoord

Italiaans

  1. (demoniem) betreffende Italië of het Italiaans
     Tijdens deze tochten kun je elke avond in een van de Italiaanse berghutten slapen met voortreffelijk Italiaans eten en met een keuze uit 25 lokale kazen voor in je lunchpakket.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Italiaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /itɑliˈjɑːns/ of /itɑliˈjɑ̃ːs/

Zelfstandig naamwoord

Italiaans

  1. (taal) Italiaans

Bijvoeglijk naamwoord

Italiaans

  1. (demoniem) Italiaans
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.