mister

Niet te verwarren met: Mister

Engels

Uitspraak
  • VK: [ˈmɪstə(ɹ)]
  • VS: [ˈmɪstɚ]
  •  Audio (US)    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mis·ter
enkelvoud meervoud
mister misters

Zelfstandig naamwoord

mister

  1. meneer; vaak ironisch of zelfs pejoratief gebruikt
    «What do you want, mister?»
    Wat moet je, man?
    «That mister there.»
    Die kerel daar.
  2. vernevelaar; apparaat dat een mist verspreidt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.