mkb'er

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mkb'er    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɛmkaˈbejər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mkb·er
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  mkb zn  met het achtervoegsel -er, geschreven met een apostrof volgens spellingregel 6.J
enkelvoud meervoud
naamwoord mkb'er mkb'ers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demkb'erm

  1. (persoon) (economie) (Nederland) ondernemer die minder dan 250 werknemers in dienst heeft
     Voor mkb'ers zijn slechts kleine buffers beschikbaar om een periode zonder betaling te overbruggen. Ook kan een mkb'er niet altijd bij een bank aankloppen voor een lening of om betaling bij een klant af te dwingen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord mkb'er staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “MKB'ers failliet door wanbetalers” (3 oktober 2012) op nu.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.