modificeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  modificeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mo·di·fi·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘wijzigen’ voor het eerst aangetroffen in 1601 [1]
  • afgeleid van het Latijnse modificare of van het Franse modifier (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
modificeren
modificeerde
gemodificeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

modificeren

  1. overgankelijk wijzigen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord modificeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.