moppen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moppen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɔpə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mop·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
moppen
/'mɔpə(n)/
mopte
/mɔptə/
gemopt
/ɣəmɔpt/
zwak -t volledig

Werkwoord

moppen

  1. overgankelijk dweilen met een zwabber
    • Hij mopt de vloer elke dag. 

Zelfstandig naamwoord

demoppenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mop

Gangbaarheid

  • Het woord moppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Duits

Werkwoord

moppen

  1. zwabberen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.