mop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mop    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɔp/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • mop
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grap’ voor het eerst aangetroffen in 1895 [1] [2] [3] [4] [5] [6]
enkelvoud meervoud
naamwoord mop moppen
verkleinwoord mopje mopjes

Zelfstandig naamwoord

demopv/m

  1. anekdote met een verrassend en komisch slot
    • Wat een flauwe mop is dat, zeg. 
     ’Wie weet er een mop?’ riep een aarzelende stem. Een voor een begonnen we grappen en verhalen met elkaar te delen om de moed erin te houden.[7]
  2. vlek
  3. (bouwkunde) type grote metselsteen
    • bijvoorbeeld een waalmop 
  4. (huishouden), (scheepvaart) een (dek)zwabber of huishoudelijk hulpstuk om vloeren (afhankelijk van de soort mop droog of juist nat) te reinigen
  5. (kleding) type muts
  6. fris en fruitig jong meisje of algemener een koosnaam
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
moppen

mop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moppen
    • Ik mop. 
  2. gebiedende wijs van moppen
    • Mop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moppen
    • Mop je? 

Gangbaarheid

  • Het woord mop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  •  Audio (US)    (hulp, bestand)
  • VK: /mɒp/
  • VS: /mɑp/
enkelvoud meervoud
mop mops

Zelfstandig naamwoord

mop

  1. zwabber
vervoeging
onbepaalde wijs to  mop 
he/she/it  mops 
verleden tijd  mopped 
voltooid
deelwoord
 mopped 
onvoltooid
deelwoord
 mopping 
gebiedende wijs  mop 

Werkwoord

mop

  1. zwabberen
    «Are you finished mopping the floor yet.»
    Ben je al klaar met de vloer te zwabberen?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.