morgens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  morgens    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɔrɣəns/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mor·gens

Zelfstandig naamwoord

demorgensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord morgen

Gangbaarheid

  • Het woord morgens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Duits

Bijwoord

morgens

  1. 's morgens; in de ochtenduren van de dag
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.