morsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  morsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'mɔrsə(n)/
Woordafbreking
  • mor·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘knoeien’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1615 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
morsen
/'mɔrsə(n)/
morste
/'mɔrstə/
gemorst
/ɣə'mɔrst/
zwak -t volledig

Werkwoord

morsen

  1. overgankelijk materiaal daar laten belanden waar niet thuis hoort
    • Hij morste rode wijn op zijn witte overhemd. 
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
morsenmorsend
gemorsgemorst
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord morsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.