muž

Bosnisch

Zelfstandig naamwoord

muž m

  1. echtgenoot m; een mannelijke huwelijkspartner.


Kroatisch

Zelfstandig naamwoord

muž m

  1. echtgenoot m; een mannelijke huwelijkspartner.


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /mʊʃ/
  • Geluid:  muž    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • muž

Zelfstandig naamwoord

muž m bezield

  1. man
  2. (familie) man; echtgenoot
Synoniemen
  1. (spreektaal) mužský m bezield, chlap m bezield, mužík m bezield
  2. manžel m bezield, choť m bezield
Antoniemen
  1. žena v, ženská v
  2. manželka v, choť v, žena v, paní v
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.