multiplayer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  multiplayer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mul·ti·play·er
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels, afleiding van player met het voorvoegsel multi-
enkelvoud meervoud
naamwoord multiplayer multiplayers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demultiplayerm

  1. (informatica) computerspel voor meer dan één speler


Gangbaarheid

  • Het woord multiplayer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.