nœud

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  nœud    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

nœud m

  1. knoop
  2. (spreektaal), (anatomie) eikel
  3. (spreektaal) lul, eikel
    «Quelle tête de nœud
    Wat een oen! [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.