naderen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naderen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van nader.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
naderen |
naderde |
genaderd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
naderen (niet-wederkerend (niet-reflexief) werkwoord)
- in aantocht zijn; dichterbij komen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- iemand benaderen
contact met iemand opnemen, aanspreken
- toenadering zoeken
de verstandhouding trachten te verbeteren
- een naderend onheil
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord naderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naderen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- 1 2 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.