nagelvast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nagelvast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·gel·vast
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nagelvastnagelvasternagelvastst
verbogen nagelvastenagelvasterenagelvastste
partitief nagelvastsnagelvasters-

Bijvoeglijk naamwoord

nagelvast

  1. met spijkers vastgemaakt (en daarom horend bij het onroerend goed)
     In deze akte uit 1660 verzoekt de weduwe of men bij verkoop van de brouwerij 'aen haer sal behouden de schilderije van Carel Fabritius, niet tegenstaende de selve aerd ende nagelvast is ende de selve zal mogen uutnemen ende uijtbreecken'.[1]


Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nagelvast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Laura Cumming
    “Donderslag” (2023), Atlas Contact , ISBN 9789045045368
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.