nalatig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nalatig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·la·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nalatignalatigernalatigst
verbogen nalatigenalatigerenalatigste
partitief nalatigsnalatigers-

Bijvoeglijk naamwoord

nalatig

  1. niet gedaan hebbend wat eigenlijk wel zou moeten
    • De onzorgvuldige arts is nalatig geweest in het geven van goede voorlichting aan de patiënt. 

Gangbaarheid

  • Het woord nalatig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.