nassen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nassen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnɑsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • nas·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nassen
naste
genast
zwak -t volledig

Werkwoord

nassen

  1. (spreektaal)(voeding) eten of snoepen
    • De keuken van deze Chinees, vlakbij het Leidseplein, is doordeweeks tot 01:00 uur geopend en in het weekend zelfs tot 03:00 uur. Dé plek waar chefs na het servies zelf nog even snel wat te nassen halen. Als de keuken bijna schoon is, is er altijd wel iemand die oppert: „Nog even een eendje bij Taste?” [3]

Gangbaarheid

  • Het woord nassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.