neerploffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neerploffen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neer·plof·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neerploffen
plofte neer
neergeploft
zwak -t volledig

Werkwoord

neerploffen

  1. ergatief gaan zitten door zijn gewicht te laten vallen
    • Hij was op de bank neergeploft. 
     Ik plofte neer op het vlakke pad.[1]
  2. overgankelijk met een plof doen vallen
    • ..want vorens men zyn party [tegenstander bij het worstelen] ter aarde neergeploft had, wierd niemand gekroont.[2] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord neerploffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Lexicon Heiroglyphicum Sacro-Profanum
    Martinus Koning
    1717
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.