neerslachtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neerslachtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neer·slach·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bedroefd’ voor het eerst aangetroffen in 1346 [1]
  • Afgeleid van het verouderde neerslacht (het neerslaan) met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen neerslachtigneerslachtigerneerslachtigst
verbogen neerslachtigeneerslachtigereneerslachtigste
partitief neerslachtigsneerslachtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

neerslachtig

  1. erg somber zijnde
    • Het neerslachtige meisje voerde helemaal niets meer uit. 
     Hoewel zijn collega's volwassen mannen waren, hadden ze een manier om over vrouwen te praten die hem even neerslachtig als beschaamd maakte.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord neerslachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.