neertellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neertellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neer·tel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neertellen
telde neer
neergeteld
zwak -d volledig

Werkwoord

neertellen

  1. overgankelijk betalen
    • Na langlopende onderhandelingen telde de club vijf miljoen euro voor de spits neer. 
    • Hoeveel geld hij precies moest neertellen voor het kunstwerk zegt hij liever niet. 

Gangbaarheid

  • Het woord neertellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.