nevens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nevens (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnevəns / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ne·vens
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
nevens
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | nevens | |
persoonlijk | ernevens | |
aanwijz. | nabij | hiernevens |
veraf | daarnevens | |
vragend/betrekk. | waarnevens |
Bijwoord
nevens
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord: naast
- De diligence waar hij nevens stond.
Hyponiemen
- hiernevens, waarnevens
Gangbaarheid
- Het woord nevens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nevens" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ nevens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.