en

Niet te verwarren met: een, én, EN

Nederlands

Uitspraak
  • [A] Geluid:  en    (hulp, bestand)
    • IPA: /ɛn/ (1 lettergreep)
  • [B] Geluid:  en    (hulp, bestand)
    • IPA: /ən/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • en
Woordherkomst en -opbouw

Voegwoord

[A] en

  1. wordt gebruikt om zinsdelen of begrippen aan elkaar toe te voegen
    • Vader en moeder praten met elkaar. 
  2. wordt gebruikt tussen de laatste woorden van een opsomming
    • Fietsen, brommers en motoren zijn verboden. 
  3. wordt gebruikt als synoniem voor de wiskundige bewerking plus
    • Één en één is twee. 
  4. (in de logica) als verkorte aanduiding voor een conjunctie.
    • A en B en C. 
Schrijfwijzen
  • [1], [4]: & (het en-teken of ampersand wordt vooral in namen van bedrijven computertalen gebruikt)
  • [3]: + (het plusteken)
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
[1] "en" om gelijkwaardige delen van een naam te verbinden
in namen van organisaties
[3] "en" wordt veel gebruikt in hoofdtelwoorden en de daarvan afgeleide rangtelwoorden
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden
Vertalingen

Bijwoord

[B] en

  1. (verouderd) (onderdeel van een dubbele ontkenning) niet
    • Ik schreide om hulp omdat ik niet geholpen en werd. 
      Soo Barmhertigh was de Sarepsche Vrouwe,
    Al had sy maer een weynigh Meel behouwen
    Helias noodt uyt Liefde sy aenveerde,
    Bieck hem eerst Broodt soo veel als hy begeerde,
    Godts goedtheydt groot en heeft haer niet besweken
    Tot in haer doot en leed sy gheen ghebreken.
    [3]
Synoniemen

Voorzetsel

[C] en

  1. in (alleen in de volgende verbindingen)
Typische woordcombinaties
aan het Frans ontleende uitdrukkingen met en

Gangbaarheid

  • Het woord en staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Achterhoeks

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming

Catalaans

Voornaamwoord

en

  1. er, ervan (vóór het werkwoord)
    «En mengen molt.»
    Ze eten er veel van.
    «Quants gats teniu? — En tenim tres.»
    Hoeveel katten hebben jullie? — We hebben er drie (van).
Opmerkingen

en vervangt een zinsdeel dat begint met het voorzetsel de, en zinsdelen die een hoeveelheid aanduiden.

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / en /
Woordafbreking
  • en
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord einn
Naar frequentie 8
Telwoord (dan)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 106
3 13 30 109
4 14 40 1012
5 15 50 1015
6 16 60 1018
7 17 70 1021
8 18 80 1024
9 19 90 1027

Hoofdtelwoord

en

  1. één

Lidwoord

en (onbepaald lidwoord voor het gemeenschappelijke geslacht)

  1. een
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • et (onbepaald lidwoord voor onzijdige woorden)

Onbepaald voornaamwoord

en

  1. iemand (een persoon)
  2. men
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Drents

    Voegwoord

    en

    1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
    2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming

    Frans

    Uitspraak
    • IPA: /ɑ̃/
    Woordherkomst en -opbouw
    • (voorzetsel): Uit Latijn in.
    • (bijwoord/voornaamwoord): Uit Oudfrans ent (10e eeuw), ontwikkeld uit Latijn inde ‘daarvandaan, vandaar’.

    Voorzetsel

    en

    1. in
      «Croire en Dieu.»
      In God geloven.
      «Mettre en œuvre.»
      In het werk stellen.
      «Bon en mathématiques.»
      Goed in wiskunde.
    2. met een gemechaniseerd vervoermiddel.
      «Je suis allé en Corse en avion, mais je suis revenu en bateau.»
      Ik ben met het vliegtuig naar Corsica gegaan, maar met de boot teruggekomen.
    3. Voor een gérondif.
      «en forgeant»
      bij het smeden
      «Volange pérorait, avec des gestes gracieux, et Lambert hochait la tête en souriant.»
      Volange sprak met sierlijke gebaren en Lambert knikte glimlachend.[1]
    4. Vervangt à of au in bepaalde gevallen.
      «En Europe, on essaie d’être pragmatique.»
      In Europa trachten we pragmatisch te zijn.
      «En France - mais au Québec.»
      In Frankrijk - maar in Québec.

    Bijwoord

    en

    1. vandaan
      «La piscine ? J’en viens 
      Het zwembad? Daar kom ik net vandaan!

    Persoonlijk voornaamwoord

    en

    1. ervan, erover.
      «J’en ai marre.»
      Ik heb er schoon genoeg van.
      «J’en ai été informé.»
      Ik ben ervan op de hoogte gesteld.

    Verwijzingen

    Gronings

    Voegwoord

    en

    1. en (wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen)
    2. en (wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming)

    IJslands

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    Woordafbreking
    • en

    Bijwoord

    en

    1. wat
      «En gaman að sjá þig!»
      Wat leuk om je te zien!

    Voegwoord

    en

    1. maar
      «Bóndinn heldur hænur, hesta og sauðfé á búi sínu, en engar kýr.»
      De boer houdt kippen, paarden en schapen op zijn landgoed, maar geen koe.
    2. echter
    3. ondanks
    4. toch
    5. dan (na een vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord of van een bijwoord)
      «Ég get ekki sagt að hvaða leyti annað er betra en hitt.»
      Ik kan niet zeggen hoe de een beter is dan de ander.
    Uitdrukkingen en gezegden
    • [5]: hægara sagt en gert
    makkelijker gezegd dan gedaan

    Nedersaksisch

    Voegwoord

    en

    1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
    2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming
    Schrijfwijzen

    Lidwoord

    en

    1. een, 'n; een onbepaald lidwoord
    Schrijfwijzen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid:  en    (hulp, bestand)
    • IPA: / eːn /
    Woordafbreking
    • en
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoordse woord einn
    Naar frequentie 6

    Bijwoord

    en

    1. circa, ongeveer
    Uitdrukkingen en gezegden
    • for en sju, åtte år siden
    ongeveer zeven à acht jaar geleden
    Telwoord (nor)
    0
    1
    1
    11 10 100 103
    2 12 20
    20
    200 106
    3 13 30
    30
    300 109
    4 14 40
    40
    400 1012
    5 15 50 500 1015
    6 16 60 600 1018
    7
    7
    17 70 700 1021
    8 18 80 800 1024
    9 19 90 900 1027

    Hoofdtelwoord

    en (onbepaald voor mannelijke en vrouwelijke woorden)

    1. één, 1
    Verwante begrippen
    • ei (onbepaald voor vrouwelijke woorden)
    • ett (onbepaald voor onzijdige woorden)
    • første

    Lidwoord

    en (onbepaald voor mannelijke en vrouwelijke woorden)

    1. een
      «Og jeg har alltid hatt lyst til å skrive en bok om en yngre jente som kommer til storbyen.»
      En ik heb altijd zin gehad om een boek te schrijven over een jong meisje dat naar de grote stad gaat.
    Schrijfwijzen
    Verwante begrippen
    • ei (onbepaald voor vrouwelijke woorden)
    • et (onbepaald voor onzijdige woorden)

    Onbepaald voornaamwoord

    en

    1. iemand (een persoon)
      «Det var en som spurte etter deg.»
      Er was iemand die naar je vroeg.
    2. men
      «En kan nesten daglig se i arbeiderpartipressen at ...»
      Men kan bijna dagelijks zien in de pers van de arbeiderspartij dat ...
    Verwante begrippen
    • ei (onbepaald voor vrouwelijke woorden)
    • et (onbepaald voor onzijdige woorden)

    Pennsylvania-Duits

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    Woordafbreking
    • en

    Lidwoord

    en, m

    1. een
      «Er waar en arrig bschaffigte Dichder un Schreiwer.»
      Hij was een erg bezige dichter en schrijver.
    Opmerkingen

    Sallands

    Voegwoord

    en

    1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
    2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming

    Spaans

    Voorzetsel

    en

    1. in, uit, op, aan, bij, te

    Stellingwerfs

    Voegwoord

    en

    1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
    2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming

    Toki Pona

    Uitspraak
    • Geluid:  en    (hulp, bestand)
    • IPA: /en/
    Woordafbreking
    • en
    Woordherkomst en -opbouw

    Voegwoord

    en

    1. en (tussen onderwerpen)

    Twents

    Voegwoord

    en

    1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
    2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming

    Veluws

    Voegwoord

    en

    1. (Oost-Veluws) en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
    2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming

    Zweeds

    Uitspraak
    • Geluid:  en    (hulp, bestand)
    • IPA: / eːn /, / ɛn /, / en /
    Naar frequentie 7
    Telwoord (swe)
    0
    1 11 10 100 103
    2 12 20 200 106
    3 13 30 300 109
    4 14 40 400 1012
    5 15 50 500 1015
    6 16 60 600 1018
    7 17 70 700 1021
    8 18 80 800 1024
    9 19 90 900 1027
    Uitspraak
    • Geluid:  en    (hulp, bestand)

    Hoofdtelwoord

    en, g (onbepaald, gemeenschappelijk, enkelvoud)

    1. één

    Lidwoord

    en, g (onbepaald, gemeenschappelijk, enkelvoud)

    1. een
    Verwante begrippen
    • ett (onbepaald, onzijdig, enkelvoud)

    Zelfstandig naamwoord

    en g

    1. (coniferen) jeneverbes
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.