nieuwmodisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nieuwmodisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nieuw·mo·disch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nieuwmodischnieuwmodischer
verbogen nieuwmodischenieuwmodischere
partitief nieuwmodischnieuwmodischers-

Bijvoeglijk naamwoord

nieuwmodisch [2]

  1. volgens de laatste mode
     Stepan Arkadjevitsj volgde hem en haalde zelf zorgvuldig de zeildoeken foedraal van een gelakte kist, opende deze en bracht zijn kostbaar, nieuwmodisch geweer in orde.[3]
     Petrus van Oeckelen, die het instrument in 1870 naar de nieuwe kerk te Farmsum overplaatste, karakteriseerde het als een ouderwets meubelstuk in een nieuwmodisch gebouw. Sindsdien is nauwelijks aan het indrukwekkende speelgebouw gesleuteld. Met de laatste restauratie door Mense Ruiter –tussen 2012 en 2016– is de klank ervan intenser, helderder en voller geworden, zonder dat het klankkarakter wezenlijk veranderde.[4]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nieuwmodisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.