norren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  norren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nor·ren

Zelfstandig naamwoord

denorrenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nor
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
norren
norde
genord
zwak -d volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw

norren

  1. inergatief, (verouderd) knorren [2], knoteren, mopperen
  2. inergatief, (verouderd) mompelen

Gangbaarheid

  • Het woord norren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.