nufje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nufje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nuf·je

Zelfstandig naamwoord

hetnufjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nuf

Gangbaarheid

  • Het woord nufje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
26 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.