nuf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nuf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nuf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘ingebeeld meisje’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nuf nuffen
verkleinwoord nufje nufjes

Zelfstandig naamwoord

denufv

  1. een verwaand en overdreven net meisje of jonge vrouw[3]
    • Het nufje met de gelakte nageltjes en het hoge stemmetje deed alsof ze een prinsesje was. 
Synoniemen
  1. tut, trut
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nuf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.