numerare
Latijn
Woordafbreking
- nu·me·ra·re
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van numerus met het achtervoegsel -are.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
numerāre | numero | numerāvi | numerātus |
eerste vervoeging | volledig |
Werkwoord
nŭmĕrāre
- tellen, berekenen
- bezitten; postklassiek
- neertellen, betalen
- opsommen; metaforisch
- beschouwen als
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.