ogenblikkelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ogenblikkelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ogen·blik·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ogenblikkelijkogenblikkelijkerogenblikkelijkst
verbogen ogenblikkelijkeogenblikkelijkereogenblikkelijkste
partitief ogenblikkelijksogenblikkelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

ogenblikkelijk

  1. onmiddellijk, direct op dit moment
    • De ogenblikkelijke sluiting van de brug zorgde voor veel overlast. 

Bijwoord

ogenblikkelijk

  1. onmiddellijk, direct op dit moment
    • We moeten ogenblikkelijk schuilen voor dit onweer. 

Gangbaarheid

  • Het woord ogenblikkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.