omkieperen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omkieperen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·kie·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omkieperen
kieperde om
omgekieperd
zwak -d volledig

Werkwoord

omkieperen

  1. overgankelijk omverwerpen zodat de inhoud vrijkomt
    • De baldadige jongens kieperden alle vuilnisbakken om. 
  2. ergatief omvergaan zodat de inhoud vrijkomt
    • De vuilnisbakken waren allemaal omgekieperd. 

Gangbaarheid

  • Het woord omkieperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.