omplante

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omplante    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·plan·te

Werkwoord

vervoeging van
omplanten

omplante

  1. aanvoegende wijs van omplanten
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
omplanten

omplante

  1. (in een bijzin) aanvoegende wijs van omplanten
    • ... dat men omplante. 


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɔmplɑntə /
Woordafbreking
  • om·plan·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord plante met het voorvoegsel om-
Naar frequentie > 50000
vervoeging
onbepaalde wijs omplante
tegenwoordige tijd omplanter
verleden tijd omplantet
omplanta
voltooid
deelwoord
omplantet
omplanta
onvoltooid
deelwoord
omplantende
lijdende vorm omplantes
gebiedende wijs omplant
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

omplante

  1. overgankelijk, (plantkunde) overplanten, verplanten, verpoten
  2. overgankelijk, (plantkunde) verpotten
  3. overgankelijk, (figuurlijk) toepassen
Synoniemen
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.