omsluiten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omsluiten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·slui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omsluiten
omsloot
omsloten
klasse 2 volledig

Werkwoord

omsluiten

  1. overgankelijk aan alle kanten insluiten.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord omsluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.