omwippen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omwippen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·wip·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omwippen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omwippen
wipte om
omgewipt
zwak -t volledig
  1. van de ene op de andere kant laten draaien
  2. laten struikelen
  3. laten omvallen

Gangbaarheid

  • Het woord omwippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.