omzeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omzeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·zeg

Werkwoord

vervoeging van
omzeggen

omzeg

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeggen
    • ... dat ik omzeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord omzeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.