onbespied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbespied    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·be·spied
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onbespied
verbogen onbespiede
partitief onbespieds

Bijvoeglijk naamwoord

onbespied [1]

  1. zonder bespied te worden
    • Criminelen wanen zich onbespied als ze bellen met de gecodeerde PGP-smartphone, die voor ruim 1200 euro te koop is [2] 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onbespied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.