onbetaald

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbetaald    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔmbəˌtalt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·be·taald
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onbetaald
verbogen onbetaalde
partitief onbetaalds

Bijvoeglijk naamwoord

onbetaald

  1. waarvoor de tegenprestatie in geld nog is uitgebleven
    • Tussen de oude kranten vond hij de onbetaalde rekening voor zijn studieboeken. 
  2. waarvoor geen vergoeding gevraagd wordt, zonder salaris, vrijwillig, gratis
    • Zij deed een jaar onbetaald werk bij het dierenasiel. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • blijven zitten met onbetaalde rekeningen
[1] (figuurlijk) nadelige gevolgen van andermans gedrag moeten opvangen
  • onbetaald verlof
[2] vakantie zonder doorbetaling van salaris
  Dan hoef je alleen nog maar je baan op te zeggen of onbetaald verlof op te nemen, je huis te verhuren en op pad te gaan. [2] 
  • onbetaalde seks
[2] coïtus louter voor wederzijdse bevrediging

Gangbaarheid

  • Het woord onbetaald staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.