onbezien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbezien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔmbəˌzin/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·be·zien
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbezienonbezienst
verbogen onbezienereonbezienste
partitief onbeziens--

Bijvoeglijk naamwoord

onbezien

  1. zonder voldoende bekeken of onderzocht te hebben

Gangbaarheid

  • Het woord onbezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.