onbezien
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onbezien (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmbəˌzin / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- on·be·zien
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbezien | onbezienst | |
verbogen | onbezienere | onbezienste | |
partitief | onbeziens | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbezien
- zonder voldoende bekeken of onderzocht te hebben
Gangbaarheid
- Het woord onbezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbezien" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.