ongelijkmatig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ongelijkmatig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ge·lijk·ma·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongelijkmatigongelijkmatigerongelijkmatigst
verbogen ongelijkmatigeongelijkmatigereongelijkmatigste
partitief ongelijkmatigsongelijkmatigers-

Bijvoeglijk naamwoord

ongelijkmatig [1]

  1. op een onregelmatige manier wisselend
     Het schip zwoegde door het water, vocht tegen de weerstand van golven en bonkte ongelijkmatig en grillig door het nat.[2]
     Een klap vergelijkbaar met die van toen, dus. Maar voelt die krimp ook hetzelfde? "De klap is heel ongelijkmatig uitgewerkt, en vergroot de ongelijkheid meer dan toen", zegt Van Geest. "Er zijn twee grote verschillen: de arbeidsmarkt was toen minder flexibel, en de scholen gingen niet dicht."[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • ongelijkmatigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ongelijkmatig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  3. Weblink bron “Een jaar corona: zware economische crisis, veerkracht en risico's” (13-03-2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.