ongelofelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ongelofelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ge·lo·fe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongelofelijkongelofelijkerongelofelijkst
verbogen ongelofelijkeongelofelijkereongelofelijkste
partitief ongelofelijksongelofelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

ongelofelijk

  1. onmogelijk om geloof aan te schenken
    • Ik ben die ongelofelijke verhalen meer dan zat. 
  2. bijzonder, uitzonderlijk
     ‘Hee, jij bent toch die arts van het consultatiebureau?’ hoorde jeugdarts Caroline Schouten pas geleden achter zich. Een moeder herkende haar van een bezoekje aan het consultatiebureau met baby, die inmiddels 10 jaar is. ,,Ze sprak me aan en vertelde dat ik tien jaar geleden iets aardigs had gezegd over haar kindje; dat ze het goed deed of goed groeide. Ongelofelijk vond ik dat, zoiets kleins dat ze tien jaar later nog wist. De impact van wat er in die eerste maanden als ouder tegen je gezegd wordt is enorm.”[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ongelofelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. www.parool.nl (1 mrt 2025)
  2. Weblink bron
    Elise Vermeeren
    “We gaan massaal, maar waarom vinden ouders bezoek aan consultatiebureau soms zo moeilijk?” (02-05-2022), Tubantia
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.