ongerust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ongerust    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ge·rust
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongerustongeruster(ongerustst) *
verbogen ongerusteongerustere(ongerustste) *
partitief ongerustsongerusters-

Bijvoeglijk naamwoord

ongerust

  1. bezorgd dat iemand iets zal overkomen
    • De ongeruste echtgenoot zat al uren in spanning te wachten. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest ongerust(e)" worden gebruikt. [1] [2]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ongerust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.