ongeslepen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ongeslepen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·ge·sle·pen
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongeslepen | ||
verbogen | |||
partitief | ongeslepens | s | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ongeslepen [1]
- niet sluw of doortrapt
- ruw omdat iets nog geslepen moet worden
Synoniemen
- [1] dom, onhandig, onverstandig
- [2] ruw
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ongeslepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
- ↑ Weblink bron “Charles 'erft' Gemenebest: hoe zal hij omgaan met Britse koloniale verleden?” (vrijdag 9 september 2022, 18:20), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.