onophoudelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onophoudelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·op·hou·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ophouden met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onophoudelijkonophoudelijkeronophoudelijkst
verbogen onophoudelijkeonophoudelijkereonophoudelijkste
partitief onophoudelijksonophoudelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

onophoudelijk

  1. zonder stoppen
    • Haar onophoudelijke zeuren bracht iedereen tot wanhoop. 
     Overal waar je keek zag je leven in de woestijn. Duikende vogels, mieren, hagedissen en het onophoudelijke gezang van de krekels.[1]
     De meisjes werden gek, schreeuwden onophoudelijk en gooiden kleren op het podium. Zelfs onderbroeken, werd er beweerd.[2]
Vertalingen

Bijwoord

onophoudelijk

  1. zonder te stoppen, als maar doorgaand
    • Het bleef, naar ons gevoel, de hele zomer onophoudelijk door regenen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onophoudelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.